We zijn als het ware weer in een nieuw tijdperk belandt, de publieke sfeer op internet zal het resultaat zijn van de nieuwe fase van de oudste strijd in de mensheid: “the struggle to free our mind.” (Castells: 259).
Deze week stond in het teken van politiek en nieuwe media, afgelopen donderdag 21 oktober hebben we een gastcollege bijgewoond van Jeroen Steeman, die in het kader van dit onderwerp zijn verhaal kwam doen. Hij is communicatie medewerker bij GroenLinks Europa op het gebied van internet, de partij heeft op dit moment 3 zetels in het parlement (Sargentini, 2009). De partij maakt onder andere gebruik van een eigen site, Facebook, Hyves en Twitter. Steeman kwam vertellen hoe politiek veranderd met de komst van internet en hoe zij het medium gebruiken.
Naast het gastcollege stond het artikel van Castells (2007): ‘Communication, Power and Counter-power in the Network Society’ centraal. Hij schreef het artikel in het kader van communicatie en de bijbehorende machtsrelaties op het internet en in de media, voornamelijk binnen zogenaamde ‘network-societies’. Hij zegt dat de media zelf niet de machthebbers zijn, maar zij vormen in grote lijnen de ruimte waar de macht is besloten (238).
Met de komst van internet kunnen burgers rechtstreeks communiceren met politici en andersom, burgers hoeven niet meer indirect (via journalisten) informatie te scharen. Steeman beweert dat burgers door deze ontwikkeling meer kunnen participeren in het publieke debat. Er ontstaat een soort publieke sfeer op internet, hij doelt met de publieke sfeer op de theorie zoals Habermas deze formuleerde over dit begrip in Strukturwandel der Öffentlichkeit (1962). Deze publieke sfeer ontstaat doordat burgers nu ook actief mee kunnen participeren, zij kunnen zelf reacties plaatsen en ook zelf van alles online plaatsen, dingen organiseren en in actie komen. Er is ook steeds meer ‘self-communication’ door internet, denk aan SMS, wikis, blogs etc. (Castells: 246,247). Ook de politici doen hieraan mee.
Politici gebruiken internet onder meer om in de aandacht te komen en gebruiken het om de burger te bereiken, vooral als er verkiezingen voor de deur staan. Opvallend is, argumenteerde Steeman, dat er meer en meer schandalen in de media komen, omdat dit veel publiek trekt. Politici doen er veel aan om in de media te komen. Maar deze schandalen hebben ook nadelen, het vertrouwen in de politici daalt hierdoor bij de burgers. Hierover heeft Castells het ook, hij gaat er dieper op in dan Steeman. Hij meent dat de politici door schandalen niet meer serieus worden genomen en de burgers gaan alle politici in een hokje plaatsen (243,244).
Steehouder en Castells (241) beweren beiden dat politiek nieuwe media nodig heeft, de politiek is afhankelijk van media. Politici plaatsen op veel plekken op het internet plaatjes of berichten in de hoop dat media als kranten, tijdschriften en andere websites ze op zullen pikken en er aandacht aan zullen besteden (Castells: 255). Castells (241) meent zelfs dat een politieke boodschap noodzakelijk een media bericht is. Jeroen Steeman is positief over het gebruik van nieuwe media door politici, in het bijzonder over Twitter. In Nederland kennen we door deze site ook de persoon achter de politici. In Amerika is dit niet het geval, Obama staat verder van de burgers af. Hij twittert niet zelf, dat doen aangewezen personen voor hem. Ik ben het eens met Steeman, nieuwe media maken het mogelijk dat burger en politici dichter bij elkaar komen, dit bevordert het publieke debat. Veel mensen vinden het negatief dat politici ook persoonlijke tweets plaatsen, maar ik zie hier ook een positief punt aangezien het een politici echt tot mens maakt en je de persoon erachter leert kennen.
De politiek maakt op veel manieren gebruik van internet waardoor de burger vaak en makkelijk in aanraking komt met informatie over de politieke partijen. Maar het bevordert de publieke sfeer niet altijd, doordat er gebruik gemaakt wordt van tal van sites door politici en het internet enorm groot is. Hierdoor wordt het internet een onoverzichtelijk en misschien wel rommelig debat. Veel groepen met dezelfde standpunten komen bijeen op één plaats of site en andere groepen weer op andere plaatsen/sites, zo komt niet iedereen met elkaar in aanraking.
Bronnen:
Castells, Manuel. “Communication, Power and Counter-power in the Network Society.” International Journal of Communication 1 (2007): 238-266.
Sargentini, Judith. “Groenlinks wint derde zetel definitief.” [2009] Zinineuropa.groenlinks. – Homepage 26-10-2010
Habermas, Jürgen. Strukturwandel der Öffentlichkeit. Untersuchungen zu einer Kategorie der bürgerlichen Gesellschaft. Frankfurt am main: Suhrkamp Verlag, 1999.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten