maandag 1 november 2010

Debatgroep 5: Politiek en Nieuwe media II


Vanmiddag, maandag 1 november, was het laatste werkcollege van de cursus van start gegaan en daarmee mocht ook het laatste debatgroepje hun debat houden. Debatgroep 5 bestond slechts uit drie personen: Bram de Rijk (de voorzitter), Marissa Piso (voorstander van de stelling) en Marieke Pots (tegenstander van de stelling). De stelling luidde als volgt: Het centraliseren van de gegevens van ieder individueel kind moet verboden worden. Met centraliseren bedoelen zij hier het bij elkaar brengen/ samenvoegen van informatie uit verschillende databases, zoals het EKD. Deze stelling was eigenlijk de enige waar geen onduidelijkheid over bestond, kortom: een goede, heldere stelling voor een debat.

Argumenten
Als eerste kregen beide partijen 5 minuten de tijd om hun argumenten op tafel te leggen, daarna kregen zij beide 3 minuten om op elkaar in te gaan. Marissa, de voorstander, gaf eerst een heldere uitleg over het EKD wat door Rouvoet is ingevoerd en waar gegevens van ieder kind opgeslagen worden van hun geboorte tot aan hun 19e levensjaar. Marissa vraagt zich af of de privacy van zo’n gegeven wel gegarandeerd is en ze beweert dat veel gegevens in het EKD niet nodig zijn voor medische zaken. Marieke noemde een voordeel van een centraal dossier: informatie uit dossiers kan gelinkt worden aan bijvoorbeeld de school van het kind en zo kan er bij problemen vroeg ingegrepen worden. Ook zegt zij dat door het centraliseren van gegevens communicatie tussen verschillende instanties beter kan verlopen. En centralisatie is nodig om bij te blijven bij de Europese Unie.
Hierna kregen de debaters de tijd om elkaars argumenten te weerleggen. Marissa droeg in deze tweede ronde aan dat door het creëren van één grote database de gegevens onoverzichtelijk worden. En ze denkt dat het niet goed is dat een computersysteem patronen herkent, interactie met mensen (Jeugdzorg bijvoorbeeld) is heel belangrijk. Marieke geeft aan dat het centraliseren van gegevens een hulpmiddel is bij wat er nu al gebeurd, dus een hulpmiddel voor bijvoorbeeld Jeugdzorg.
Het weerleggen van argumenten deden zij erg goed, ze herhaalden het argument van de tegenstander en weerlegde deze. Beide spraken ze duidelijk en zelfverzekerd, ze droegen ook beide bronnen aan wat de overtuigingskracht ten goede kwam. Ook maakt het de evidence compleet. Marieke gaf wel meer bronnen dan Marissa.

Reflectie
Nadat Marieke en Marissa hun debat hadden gevoerd werd het publiek gevraagd of zij voor of tegen de stelling waren. De voorstanders moesten plaatsnemen links van het lokaal, de tegenstanders rechts van het lokaal. Dit was een goed idee, want er waren maar 2 debaters en zo kon het publiek ook zijn mening uiten. Er kwam een goed debat opgang door de inmenging van het publiek. Ook een positief was dat er niet (veel) werd afgeweken van de stelling.
Het was overall een goed debat, dit kwam ook mede door de voorzitter Bram. Hij gaf een goede en heldere inleiding op het debat en greep in wanneer dat nodig was. Ook stuurde hij de debaters soms aan, hij vroeg bijvoorbeeld toen Marieke een los argument gaf of zij daar bronnen voor had. Verder vond ik het positief dat hij aan het einde van het debat nog even een korte samenvatting gaf van de belangrijkste punten van beide partijen.
Kortom: een goede afsluiter voor het laatste werkcollege van deze cursus.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten