dinsdag 28 september 2010

Zoekverslag bronnen

Voor het debat dat ik en mijn medestudenten hebben gehouden, moesten we ieder apart opzoek naar bronnen. De stelling bij ons debat luidde: Niet-commercieel gebruik van auteursrechtelijk beschermde content moet worden toegestaan. Het debat stond in het kader van internet en auteursrecht, met behulp van onder andere deze key-woorden ben ik gaan surfen op het internet.


Als eerste heb ik naar algemene bronnen gezocht over het internet in verbinding met auteursrecht. Op deze manier heb ik een goed beeld gekregen van hoe deze zaken precies in elkaar steken. Daarbij kwam ik uit bij de onderstaande bron. Deze bron heb ik ook gebruikt bij het schrijven van mijn inleiding op het debat. Het bevat namelijk informatie over het auteursrecht en hoe dat in de loop der jaren met de komst van internet gecompliceerder is geworden. Hieruit heb ik dat het auteursrecht vroeger vooral voor professionals was en dat door het heel makkelijk is content van anderen op je weblog te plaatsen en anderen ook zomaar jou content kunnen  gebruiken, zelfs commerciële sites en hoe sta je dan tegenover het auteursrecht?


Anoniem. “Auteursrecht op internet, wanneer heb je auteursrecht en hoe kun je je werk op internet beschermen?” [2006] Jurofoon. Homepage – 24-09-2010 http://www.jurofoon.nl/nieuws/weblog.asp?id=2660  


Onderstaande site heb ik vooral als bron gebruikt om mij te verdiepen in het onderwerp. Stichting BREIN is een stichting die piraterij op het internet probeert te bestrijden.


Anoniem. “Bescherming Rechten Entertainment Industrie Nederland”. Anti-piracy. Homepage- 24-09-2010 http://www.anti-piracy.nl/home/home.asp


Onderstaande bron is allereerst handig om te zien hoe een ‘professioneel’ debat er aan toe gaat. En het gaat natuurlijk over ons onderwerp; vijf partijen (vertegenwoordigers van: Bits of Freedom, Kyteman, Makers, BREIN, Consumentenbond) maken duidelijk hoe zij tegenover het downloaden staan. Ook de politici mogen hun mening rondom de kwestie geven. Bij dit debat heb ik ook gekeken hoe de voorzitter/ presentator zich opstelt.
“Het grote Downloaddebat.” Datum van uitzending: 27-05-2010. Geraadpleegd op: 24-09-2010 http://www.engagetv.com/webcast_het_grote_downloaddebat



Onderstaande bron is een soort van samenvatting van het Grote Download debat. Belangrijke punten en uitspraken van de verschillende partijen worden weergeven. Dit is een goede bron om te overzien wat er rondom het download gebied recentelijk allemaal gebeurd.


Winter de, Brenno. “Hervorming auteursrechten onmogelijk.” [2010] Webwereld. Homepage- 24-09-2010 http://webwereld.nl/nieuws/66112/hervorming-auteursrechten-onmogelijk.html


De volgende bron bevat een interessant artikel over een interview met cyberjurist Larence Lessig. Het team uit ons debatgroepje die tegen de stelling is( Niet-commercieel gebruik van auteursrechtelijk beschermde content moet worden toegestaan) kan argumenten uit dit interview halen. Vooral Creative Commons is belangrijk wat hier wordt genoemd, het is namelijk een aanvulling op het bestaande auteursrecht, meent Lessig. Ook zegt hij: “Het geeft mensen een keuze, bijvoorbeeld om niet-commercieel gebruik van hun werk mogelijk te maken. In de wetenschap moet dat altijd gelden. Wetenschappelijke kennis moet openbaar zijn.”


Benjaming, Jan. “Creatief downloaden is geen misdaad.” [2010] Nrcboeken. Homepage – 24-09-2010  http://www.nrcboeken.nl/interview/creatief-downloaden-is-geen-misdaad


Dit is de website van Creative Commons, hier wordt duidelijk hoe de instantie is ontstaan, wat het precies inhoudt en wat het veranderd/toevoegt aan het bestaande auteursrecht. “Het stellen van de voorwaarde dat het werk wel of niet voor commerciële doeleinden mag worden gebruikt is bijvoorbeeld een voorwaarde dan wel recht van de auteur dat naar mijn weten in geen andere bestaande licentie dan wel auteurscontract voorkomt.” Een argument voor de tegenpartij zou hierbij kunnen zijn dat met de komst van Creative Commons het dus onnodig is niet-commerciel gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal toe te staan.


Hendriks, Nynke. “Creative Commons en het auteursrecht.” Creative Commons. Homepage- 25-09-2010 http://creativecommons.nl/licenties/cc-en-nl-auteursrecht/


 “Er kunnen twee beperkingen worden opgelegd: commercieel gebruik kan worden verboden, en het maken van wijzigingen kan worden verboden (of aan één specifieke beperking worden onderworpen). Deze gestroomlijnde aanpak maakt het gebruiken van Creative Commons-werken bijzonder eenvoudig.” Het toestaan van niet-commercieel gebruik van auteursrechtelijk beschermde content zal moeilijker controleerbaar zijn.
Daarnaast wordt in onderstaande bron ook vermeldt wat men nou precies kan rekenen onder commercieel en niet-commercieel gebruik van content op het internet. Dit verduidelijkt in onze stelling wat we precies bedoelen met niet-commercieel. Dit begrip wordt in de inleiding door mijzelf en Sandra (de voorzitster) dan ook verduidelijkt.  Geen commercieel gebruik is bijvoorbeeld: Het herpubliceren van een tekst op een website waar geen advertenties op staan. Het bekijken van een film met een groep vrienden of kennissen. Het uitwisselen van het werk via file sharing software.”


Anoniem. “Creative Commons: auteursrecht voor het Internet- tijdperk”. Sync. Homepage- 25-09-2010  http://sync.nl/creative-commons-auteursrecht-voor-het-internet-tijdperk/1


Dit is een bruikbare bron voor de voorstanders van ons debat. De standpunten van verschillende politieke partijen ( Pvda, Groenlinks, D66 en SP) komen in deze bron kort aan het licht. Een stuk uit het artikel wat relevant is voor ons debat: “De PvdA vindt het overdreven om internetgebruikers strafbaar te stellen die iets downloaden voor eigen gebruik en zonder enig commercieel doel. ,,Een 15 jarige die een liedje overneemt van het internet kan je niet op dezelfde manier criminaliseren als een professionele vervalser die de markt verstoort met namaakspullen", zei PvdA-Europarlementariër Emine Bozkurt. Inbreuken moeten bij de aanbieder worden aangepakt in plaats van de gebruiker te straffen, aldus de sociaaldemocraten.”


Anoniem. “EU pakt illegaal downloaden aan”.  [2010] De pers. Homepage- 25-09-2010 http://www.depers.nl/economie/511286/EU-pakt-illegaal-downloaden-aan.html


Deze bron beschrijft een interessant onderzoek naar illegaal downloaden onder jongeren. Hoeveel procent van de jongeren weet eigenlijk wat wél legaal is en wat niet? “Hoewel de meerderheid van de ondervraagden van mening is dat het kopiëren van software niet mag, denkt 68 procent dat het dupliceren voor eigen gebruik wel is toegestaan.”


Anoniem. “Onderzoek NVPI naar illegaal downloaden”. [2009] Downloadwinkels. Homepage- 26-09-2010
http://www.downloadwinkels.nl/view_news/23/Onderzoek_NVPI_naar_illegaal_downloaden.html


Omdat ik de rol als presentator heb in het debat ben ik ook opzoek gegaan naar regels voor debatteren en de rol die de debatvoorzitter en – presentator hebben. Het was echter zeer moeilijk om bronnen te vinden over de rol van debatvoorzitter of – presentator. Wel heb ik een bron kunnen vinden over regels voor een debat. Hierin stond veel informatie, onder andere over de timing van de betogen. Wij hebben er welliswaar niet voor gekozen om een tijdslimiet voor alle debatanten in te stellen, maar we hebben er wel op gelet dat niemand langer aan het woord is dan 5 minuten achter elkaar door.


Anoniem. “Nederlandse parlementaire debatregels”. [2008] Debatbond. Homepage- 26-09-2010 http://www.debatbond.nl/images/documents/nederlandse%20parlementaire%20debatregels.pdf

Mini debat Twitter

Tijdens het werkcollege van vanmiddag (27 september) heb ik een één-op-één mini debat bijgewoond over Twitter. De stelling was: Het gebruik van twitter door Nederlandse politici is een goede zaak.
Raëma was tegen de stelling en Eline voor de stelling. Zelf ben ik, net als Eline, ook voor de stelling. Ik vond dat beiden zeer goede overtuigende argumenten hebben aangedragen. Beide dames kunnen ook goed hun standpunten overbrengen, ze spreken zelfverzekerd en overtuigend. Ook was het goed dat ze beide hun bronnen vermelden. Eline droeg onder andere aan dat Twitter de afstand tussen burgers en politici verkleint, het kan de burger meer betrokken maken. Ook is het een handig propaganda middel en politici kunnen zich via Twitter van hun menselijke kant laten zien. Raëma ziet een probleem bij de personificatie van de politici en niet met zijn/haar politieke standpunt. En bovendien is het ‘slappe gelul’,wanneer een politici bijvoorbeeld gaat lunchen, niet van belang voor de burgers. 
Dit zijn enkele van hun genoemde punten. Ik vond Eline toch net iets beter; zij haalde namelijk persoonlijke ervaringen erbij en weerlegde veel argumenten van haar tegenstander.



Ik zal nu ingaan op hoe je een argument het beste kan op-/onderbouwen, ik zal voorbeelden geven vanuit de positie van de voorstander van het mini-debat. De claim was bij de voorstander dat zij de tegenstander wil overtuigen van haar mening dat het gebruik van Twitter door Nederlandse politici een goede zaak is. De evidentie (het bewijs dat de claim onderbouwt) hiervoor was onder andere dat door het opereren via Twitter burgers en politici dichter bij elkaar komen, hierbij noemde zij ook haar bronnen. Dan komen we bij de warrant, Eline bevindt zich zelf ook in het ‘Twitter-circuit’ en volgt de politiek via deze site en is hier zeer positief over. Het brengt burgers en politici dichter bij elkaar omdat burgers op deze manier sneller op de hoogte gesteld worden van kwesties binnen de Tweede Kamer en ze kunnen politici ook direct vragen stellen. Dan is er nog de qualification; je claim en bewijs meer precies maken. Het kan de burger dus meer betrokken maken bij de politiek. Daarnaast worden politici door Twitter op de hoogte gehouden van de wensen van de burger. De claim en het bewijs meer precies maken deed Eline door de argumenten verder uit te bouwen, zoals hierboven.  

zondag 26 september 2010

Tim Kuik Vs. Kembrew Mcleod

Tim Kuik kwam als eerste van deze cursus een lezing geven over stichting BREIN en de doelen van deze organisatie. Kuik is de directeur van stichting BREIN (Bescherming Rechten Entertainment Industrie Nederland). "Stichting BREIN bestrijdt intellectueel eigendomsfraude (piraterij) namens auteurs, uitvoerende kunstenaars, uitgevers, producenten en distributeurs van muziek, film, video en interactieve software." (anti-piracy.nl). Ik was erg benieuwd hoe zijn stichting alle illegale praktijken rondom het auteursrecht aanpakt. Er was ook ruimte vrijgemaakt zodat de studenten vragen konden stellen, op die manier kwamen velen onbesproken onderwerpen in zijn lezing toch aanbod. Wat mij opviel was dat hij het alleen heeft gehad over de juridische kant van zaken bij de stichting. Het was een vrij eenzijdig verhaal doordat hij niet in is gegaan op bijvoorbeeld het in de historische context plaatsen van het schenden van de auteurswet, en de remixcultuur niet heeft besproken. Hij heeft het met name gehad over de oplossingen die er zijn om schending van auteursrechten te voorkomen. Daarbij maakt hij onderscheid tussen de vraagzijde en de aanbodzijde op het internet. Met de aanbodzijde doelt hij voornamelijk op websites die content van anderen overnemen zonder toestemming, daarbij ging hij in op hoe websites regels voor legaal publiceren kunnen naleven. Bij de vraagzijde gaat het om de gebruikers / consumenten van het internet en hoe zij legaal gebruik kunnen maken van (alle content op) internet.

Uit Tim Kuiks lezing kwam naar voren dat de stichting probeert het probleem (van het aanpakken van illegale praktijken rondom auteursrechten op internet) te bestrijden door websites, die content van anderen zonder toestemming overnemen, aan te spreken en aan te klagen. Maar het is minstens zo belangrijk dat de stichting zich tot de gebruikers wendt. Immers, het zijn de gebruikers/ consumenten die de websites bezoeken en gebruiken. Als deze gebruikers geen content meer publiceren van anderen dan zullen de websites dit ook niet meer "aanbieden". De gebruikers zijn zich op dit moment namelijk niet zozeer bewust van hun illegale praktijken en zij zien het belang er niet perse van in om hun gedrag te veranderen, daarentegen zijn de aanbieders zich hier zeker wel van bewust. Een voorbeeld: "Vaak zijn eindgebruikers zich er niet van bewust dat hun versie van Windows illegaal is. Ze hebben in alle vertrouwen een pc gekocht, maar niet alle verkoopkanalen nemen het zo nauw met de regels". (Vandenabeele, 2007).  

Naast het gastcollege stond het volgende artikel deze week centraal van Kembrew Mcleod: ‘Confessions of an Intellectual (Property): Danger Mouse, Mickey Mouse, Sonny Bono, and My Long and Winding Path as a Copyright Activist- Academic.’(2005) Het artikel gaat in op het gebruik en misbruik van auteursrecht, en hoe dit door de jaren heen is veranderd. In tegenstelling tot Kuik, schetst Mcleod wel een historisch kader en gaat in op bijvoorbeeld de remixculture. Positief is dat dit artikel gebruik maakt van een aantal historische cases, bijvoorbeeld Danger Mouse die in het kader van de remix culture het Grey Album publiceerde. Het is een levendig artikel waar de mening van Kembrew Mcleod goed zichtbaar wordt.

De lezing van Tim kuik en het artikel van Kembrew Mcleod belichten beiden andere kanten rondom auteursrechten van content op het internet. Waar Mcleod meer een kader schetst rondom de muziekindustrie (mashups en remix) en de bijbehorende auteursrechten op internet, legt Kuik in zijn lezing meer de nadruk op websites en blogs waar content overgenomen is van anderen. Opvallend is dat beide heren voor het behouden en stimuleren van creativiteit zijn. Het verschil is dat zij beiden een andere visie hebben om dit te bereiken. Mcleod is voor het creatief gebruiken en misbruiken van content van anderen. Hij had zelf namelijk ook het Grey Album op het internet aangeboden en zich niets aangetrokken van de ‘caese-and-desist letter’ van de EMI (platenmaatschappij van de Beatles). Kuik heeft juist bezwaren tegen het remixen van auteursrechtelijk beschermd materiaal/content (in elke vorm). Dus wanneer er voor een remixculture auteursrechtelijk materiaal wordt gebruikt (zoals het geval was bij het Grey Album van Danger Mouse) zal Kuik dit niet goedkeuren. "Voor Tim Kuik van Stichting Brein is het duidelijk dat er niets kan veranderen zonder dat de makers toestemming geven." Zo meldt Brenno de Winter in een artikel op WebWereld (2010).
Mcleod is dus voorstander van een minder strenge regeling van de auteursrechten dan Kuik. Mcleod beoogt dat een auteur wel beschermd moet worden door het auteursrecht, maar wel in die mate dat het niet ten koste gaat van de creativiteit van andere kunstenaars en artiesten. Hij vindt bijvoorbeeld dat mash-ups gewoon moeten kunnen. Kuik staat juist wel voor een strenge regeling van auteursrechten. Ik sluit me aan bij Mcleod, iets creatiefs en/of iets nieuws uit oude content maken moet juist aangemoedigd worden. Het voorbeeld wat ik eerder gaf over The Grey Album van DJ Danger mouse is een album wat aansluit bij Fair Use. Want zoals ook Mcleod (2005) argumenteert is het niet waarschijnlijk  dat fans van The Beatles The Grey Album downloaden als vervanging van het originele White Album.

Hebben al die acties van BREIN wel zin?

Alvorens het gastcollege van Tim Kuik moesten we een vraag bedenken om te stellen aan deze directeur van stichting BREIN. Ik wist wat de stichting inhield en dat zij al velen acties/ rechtszaken hebben gevoerd. Zij zoeken naar online en offline piraterij en proberen dit te bestrijden. Zelf vind ik deze stichting een goed initiatief, maar ik vraag me af of al hun acties uiteindelijk wel zin hebben.
 Stel ze hebben een site aangeklaagd (wat al erg lastig is aangezien het vaak heel moeilijk is te achterhalen wie er verantwoordelijk is voor de site) die aan online piraterij doet, de site verstrekt laten we zeggen illegale muziek. BREIN wint de rechtszaak en de site moet alle illegale content verwijderen. Veel van zulke sites zullen dan toch verder opereren vanuit het buitenland? Dus eigenlijk ben je dan nog steeds geen stap verder.

Ik heb de vraag niet hoeven stellen, want Tim Kuik ging er tijdens zijn lezing al op in. Hij zegt dat het inderdaad klopt dat veel sites doorgaan vanuit het buitenland. Maar er is één oplosing voor, namelijk dat de Acces providers (zij brengen consumenten in verbinding met het internet) de toegang tot de site blokkeren.

Bronnen:
Anoniem. "Bescherming Rechten Entertainment Industrie Nederland." Anti-piracy. Homepage- 24-09-2010
http://anti-piracy.nl/home/home.asp 

Vandenabeele, Nico. "OEM-licenties Windows vaak in grijze zone. Microsoft verscherpt strijd tegen illegale versies." Zdnet. Homepage- 8-10-2010
http://www.zdnet.be/news/68226-2/-oem-licenties-windows-vaak-in-grijze-zone-/

Kembrew Mcleod. ‘Confessions of an Intellectual (Property): Danger Mouse, Mickey Mouse, Sonny Bono, and My Long and Winding Path as a Copyright Activist- Academic.’ (2005)
Winter de, Brenno. “Hervorming auteursrechten onmogelijk.” [2010] Webwereld. Homepage- 24-09-2010 http://webwereld.nl/nieuws/66112/hervorming-auteursrechten-onmogelijk.html

Nieuwsberichten week 2/3

Iedere week ga ik voor deze cursus opzoek naar een mediabericht dat over een opvallend bericht over nieuwe media gaat. Deze week stond in het kader van 'Internet en Auteursrecht'. Om in dit kader te blijven heb ik een mediabericht gevonden over het feit dat het Europarlement illegaal downloaden wil gaan aanpakken. Daarnaast vond ik het tweede artikel, over Samsung en zijn Ipad, ook een zeer interessant artikel.


EU-parlement wil illegaal downloaden aanpakken

Gepubliceerd door Osina Soumete op vrijdag 24 september 2010 10:11
Bron:
Nu.nl, Views 546
Het Europees Parlement vindt dat illegaal downloaden op internet moet worden aangepakt. De politici vragen daarom om harder in te grijpen op het bestrijden van het uitwisselen van games, muziek en films.
De meerderheid van het Europees Parlement heeft ingestemd met een rapport over het beschermen van intellectueel eigendom waarin staat dat individuele downloaders hard aangepakt moeten worden. Het parlement wil onder andere het auteursrecht beschermen en namaak producten bestrijden. Vooral de linkse partijen waren fel tegen het voorstel en reageren dan ook 'zwaar teleurgesteld'.

Emile Boskort - Europarlementariër voor de PvdA - is het niet eens met het rapport en vertelt, ''Individuele internetgebruikers, die iets downloaden voor eigen gebruik en zonder enig commercieel doel, strafbaar stellen is een disproportionele maatregel. Een 15-jarige die een liedje overneemt van het internet kan je niet op dezelfde manier criminaliseren als een professionele vervalser die de markt verstoort met namaakspullen. Het is aan de entertainmentindustrie om het legale online aanbod snel en drastisch te vergroten.''

Of het rapport inderdaad zal zorgen voor het aanpakken van individuele downloaders, is nog even afwachten.

Bron:
Soumete, Osina. "EU-Parlement wil illegaal downloaden aanpakken". [2010] Techzine.nl. Geraadpleegd op: 25-09-2010

Het bericht is waarschijnlijk geen nieuw nieuws voor iedereen, aangezien deze discussie veel in het nieuws, de kranten en op internet is besproken. De meerderheid van het Europees Parlement is het er dus over eens dat de individuele downloader harder aangepakt moet worden. Veel linkse partijen zijn tegen deze aanpak. E. Boskort van de PvdA is het er niet mee eens zoals je ziet in het artikel, omdat het volgens hem zo is dat je een 15-jarige die download zonder commercieel doel niet op dezelfde manier kan criminaliseren als een professionele vervalser. Dit was ook het punt waar ons debat over ging.
                Zelf vind ik het een goed besluit van het Europees Parlement dat illegaal downloaden op internet moet worden aangepakt. Je neemt immers bij het gratis (illegaal) downloaden van bijvoorbeeld een game zomaar iets van de maker af. Ik vind dat je daar een kleine prijs voor zou moeten betalen, want de makers hebben  er ook hard voor gewerkt. Wel ben ik het met Boskort eens dat je een 15-jarige die een keer een liedje download voor eigen gebruik niet even hard kan aanpakken als een professionele vervalser van namaakspullen of wat dan ook. Maar het is natuurlijk erg moeilijk om bij iedere illegale internet downloader na te gaan wat hij/ zij allemaal voor illegaals doet op het net. Het wordt dus lastig om de een harder aan te pakken dan de ander.


Samsung eerste met iPad-kopie

Van onze verslaggever Peter van Ammelrooy op 30 augustus '10, 21:00, bijgewerkt 30 augustus '10, 21:10
De Galaxy Tab van Samsung (Samsung)

AMSTERDAM - Hij komt te laat voor de Japanse sumobond, die vorige week een iPad beloofde aan al zijn zestig professionele worstelaars omdat die vanwege hun dikke vingers geen gewone mobiele telefoon kunnen bedienen. Maar de Galaxy Tab van het Zuid-Koreaanse concern Samsung lijkt wel het eerste apparaat dat de tabletcomputer van Apple snel concurrentie gaat aandoen.

Enkele dagen voor de aanvang van het elektronicacircus IFA in Berlijn, dat vrijdag begint, zond Samsung een video rond van de Galaxy Tab. Meer dan de omvang van het aanraakscherm is er niet bekend. Met een diagonaal van bijna 18 centimeter is deze tablet iets kleiner dan de iPad. Volgens geruchten kunnen gebruikers wél telefoneren met de Galaxy Tab en past er een gewone simkaart in (de iPad vergt een kleinere kaart).
Sinds de introductie van de iPad hebben enkele fabrikanten laten doorschemeren dat ze rap een tabletcomputer – een kruising tussen een minilaptop en een mobieltje – op de markt willen brengen.
Grote computerbouwers als Hewlett-Packard, Lenovo, Asus, Dell, Toshiba, Sony en Acer zouden hard werken aan hun eigen iPad-kloon, net als gsm-fabrikanten als Nokia en Research In Motion (van de Blackberry-gsm).
Het Amerikaanse softwarebedrijf Microsoft heeft gezegd dat het een besturingssysteem ontwerpt, op basis van Windows, de motor voor 90 procent van alle pc’s. Microsofts grote rivaal, Google, zou met de Amerikaanse mobieltjesfabrikant Motorola een tablet in de maak hebben, dat draait op Google’s Chrome-software en die ook tv-programma’s uit de ether kan plukken.
Twee weken geleden verscheen de Streak van Dell op de markt, die door de Amerikaanse computergigant wordt aangeprezen als een ‘mini-tablet’, maar door analisten vooral wordt gezien als een mobieltje met een groot scherm.
Onduidelijk is wanneer precies de iPad-concurrenten in de winkel zullen liggen. De Amerikaanse marktonderzoeker iSupply zegt dat Apple tot volgend jaar het rijk min of meer alleen zal hebben. Het Californische bedrijf zou dit jaar goed zijn voor driekwart van de markt voor tabletcomputers en tegen 2012 voor zes van de tien tablets.
De iPad is nu al een kaskraker voor Apple. Het verkocht 1,7 miljoen apparaten in de eerste drie dagen en 3,27 miljoen stuks in het eerste kwartaal dat de iPad te koop was. Apple maakte vorige week bekend dat de productiecapaciteit zo sterk is uitgebreid dat de levertijd van vijf tot zeven dagen is teruggebracht naar 24 uur.


http://www.volkskrant.nl/multimedia/article1414331.ece/Samsung_eerste_met_iPad-kopie 

Ik vond dit artikel op internet toen ik aan het surfen was over informatie over de iPad, aangezien ik twee weken geleden een iPad gekocht heb bij de Apple winkel. Interessant is het om te zien hoe snel alle concurrenten van Apple het zogenaamde ‘tablet-apparaat’ na gaan bootsen. Ze kopiëren de iPad natuurlijk niet totaal, maar voegen er allerlei nieuwe/ andere Apps en mogelijkheden aan toe, zodat het net iets anders is. Uit het artikel blijkt dat Samsung de eerste is met een ‘kopie’ van de iPad. Ik ben benieuwd hoeveel bedrijven er met een iPad- kopie gaan komen, in het artikel worden namelijk al tien bedrijven genoemd die er hard mee aan het werk zijn. Aangezien de iPad een enorm succes is en de verkoop cijfers er niet om liegen willen Sony, Acer, Nokia etc. natuurlijk ook hun slag slaan. In het 2e kwartaal van dit jaar werden er namelijk al 3,27 miljoen iPads verkocht (ipadplanet.nl).
                Steeds weer is het interessant om te zien hoe snel alle bedrijven rondom deze nieuwe media technologieën elkaar opvolgen. Één bedrijf brengt een nieuw / aangepast product op de markt en het wordt enorm succesvol, dan volgen de andere bedrijven in rap tempo met hun versie / kopie van dat product. Denk maar aan de digitale camera die zo’n tien jaar geleden op de markt kwam, nu kun je van ieder merk met alle snufjes erop en eraan een digitale camera kopen. Toen de eerste mobiele telefoon ingebouwd werd met camera volgden de anderen ook, nu is het moeilijk een mobiel te vinden zónder camera.
                Natuurlijk is het niet altijd zo dat één bedrijf met een nieuwe aanpassing of nieuw product komt en dat de rest later volgt. Vaak is het ook zo dat verschillende bedrijven tegelijk werken aan nieuwe aanpassingen of mogelijkheden en nieuwe producten.

Bronnen:
Ammelrooy van, Peter. "Samsung eerste met ipad-kopie". [2010] volkskrant.nl. Geraadpleegd op: 25-09-2010

zondag 19 september 2010

Lichaamstaal bij discussies en overtuigen

Afgelopen week hebben ik en mijn medestudenten de film Twelve Angry Men gezien. Tijdens het kijken van de film moesten we op de lichaamstaal van de juryleden letten. Twaalf juryleden bepalen in deze film het lot van een 18-jarige jongen die verdacht wordt van moord op zijn vader. Het is een kwestie van leven of dood voor de jongen. Slechts één van de juryleden is van mening dat er een kans is dat de jongen onschuldig is. Naarmate de discussie vordert krijgt dit jurylid steeds meer anderen mee. Er moet unaniem gestemd worden, dus de juryleden moeten rond de tafel blijven tot er unanimiteit is.
Welke rol speelt lichaamstaal bij discussies en overtuigen? Personage Joseph Sweeney (de oudste man van de twaalf juryleden) heb ik bekeken op lichaamstaal tijdens de discussie. Als Sweeney aan het woord is gebruikt hij zijn handen om de zaken uit te beelden die hij zegt, (onbewust) als benadrukking voor zijn punt dat hij duidelijk wil maken. Als hij het bijvoorbeeld heeft over de ‘brilafdrukjes’, wijst hij ook daadwerkelijk met zijn vingers de plek op zijn neus aan waar rode plekjes zitten als iemand een bril gedragen heeft. Dit versterkt wellicht zijn punt.
Zijn gezichtsuitdrukking is serieus en rustig als hij zijn verhaal doet, en af en toe maakt hij zijn ogen groter. Deze serieuze uitstraling is belangrijk, hij neemt de discussie serieus en verwacht dat ook van de anderen. Met een serieuze uitstraling komt het verhaal ook overtuigender over. Als hij tegen een ander jurylid spreekt kijkt hij deze persoon aan, hij kijkt vrijwel nooit weg. Dit komt zelfverzekerd over op de aangesproken persoon. Maar tijdens de discussie is Sweeney ook op gaan staan, hij werd kwaad op een van de juryleden. Door op te staan maakt hij zichzelf groter dan de anderen die zitten en kijkt op hen neer. Dit speelt een rol bij het overtuigingsproces, hij straalt zo meer macht uit.
Er komt ook een fragment in voor wanneer Sweeney tegen een van de juryleden praat en een ander jurylid antwoord geeft. Hier is Sweeney niet van gediend en verheft dan ook zijn stem om dat duidelijk te maken. Door middel van deze stemverheffing laat hij meteen merken dat hem iets niet zint en het straalt weer een soort macht uit. Het heeft blijkbaar geholpen want het andere jurylid was meteen stil.
Sweeney spreekt ook met een overtuigende, zelfverzekerde stem, er lijkt geen twijfel in zijn stem te zitten. Hij draagt ook goede argumenten aan, waar hij zelf volledig achter staat. Iemand komt natuurlijk veel overtuigender over als hij zelfverzekerd spreekt dan wanneer er twijfel in zijn verhaal of stem zit. Als je zelf overtuigend en zelfverzekerd achter je verhaal staat, zullen anderen ook eerder overtuigd worden en jou punten harder overdenken. Wanneer Sweeney spreekt last hij af en toe pauzes in, op die manier hebben de andere juryleden ook tijd om na te denken over zijn punten.

Een goed en slecht debat

Ik heb twee jaar geleden een debat bijgewoond op de Universiteit in Groningen dat ging over het al dan niet afschaffen van hoofddoekjes in Nederland. Het waren 4e-jaars studenten die met elkaar in debat gingen. Een goed debat, zoals deze, begint allereerst bij een goede zinvolle en heldere stelling. De stelling werd voorafgaande aan het debat geïntroduceerd en was tijdens het debat op een dia geprojecteerd. Over een stelling voor een debat moet goed nagedacht worden. Een stelling moet niet te breed zijn en een duidelijk ‘gebied afbakenen’. De stelling moet uiteraard zinvol zijn, anders heeft erover debatteren geen waarde.
Daarnaast is een goede voorzitter van het debat erg bepalend voor het verloop ervan. De voorzitter van het debat op de universiteit had het debat goed in handen. De student voorzag het debat van een heldere inleiding en samenvatting. Hij gaf iedere deelnemer een gelijke kans om hun verhaal te doen en greep ook onmiddellijk in wanneer nodig. Wanneer de deelnemers van het debat elkaar niet uit lieten spreken greep de voorzitter in. Door van te voren duidelijke regels door te nemen met de deelnemers van het debat kunnen al veel problemen voorkomen worden. Bijvoorbeeld dat de deelnemers elkaar uit moeten laten spreken en moeten luisteren naar de voorzitter.
Een ander goed punt aan het debat op de Groningse Universiteit was dat een deelneemster een aantal keer een bron vermeldde wanneer zij een feitelijke uitspraak deed, dit werkte in haar voordeel.
Een debat verloopt goed als de sprekers elkaar niet in de reden te vallen en ook daadwerkelijk naar elkaar luisteren en daarop reageren. Kortom de deelnemers moeten respect voor elkaar opbrengen. Door je goed voor te bereiden voorkom je vaak dat je zonder weerwoord komt te zitten. En door van te voren nog eens duidelijk te benadrukken dat men elkaar uit moet laten spreken voorkom je ook ‘chaos’. Bij het debat op de Groningse Universiteit luisterden de deelnemers goed naar elkaar en reageerden daarop. Zo dwaalden zij ook niet af van de stelling, wat bij het ‘slechte’ debat hieronder wel gebeurde.

Als ik terugdenk aan het debat dat in mijn oude 6VWO klas werd gehouden door medeleerlingen herinner ik me vooral: chaos. Het debat ging over de vraag of zij het er mee eens waren dat er een rookverbod in de horeca doorgevoerd is. Er stonden drie studenten die vóór de stelling waren tegenover drie andere studenten die tegen de stelling waren. Het debat begon met een goede inleiding, maar toen de eerste leerling begon met spreken ging het mis. De deelnemers van het debat lieten elkaar niet uitspreken wat voor het publiek (de rest van de klas) erg verwarrend was. Constant praatte de leerlingen door elkaar waardoor het debat moeilijk te volgen werd. Dit kan voorkomen worden door van te voren goede regels te stellen, waaruit onder andere duidelijk wordt dat iedereen elkaar moet laten uitpraten. Ook zou er een oefendebat van te voren gehouden kunnen worden, zodat de leerlingen inzien hoe het debat goed kan verlopen. En de voorzitter speelt hierbij ook een belangrijke rol, hij moet het debat in goede banen leiden.
De voorzitter bij dit debat had totaal geen orde. Het is dus belangrijk van te voren als voorzitter duidelijke regels aan te geven. Met de deelnemers van het debat moet afgesproken worden dat zij luisteren naar de voorzitter. De voorzitter moet ook resoluut zijn en deelnemers afkappen wanneer nodig. Ook dient de voorzitter in te grijpen wanneer de discussie vastloopt, door vragen te stellen kan het debat vaak weer op gang gebracht worden.
Een ander slecht punt aan dit debat was dat de deelnemers afdwaalden van de stelling. Één leerling kwam zelfs met argumenten op persoonlijk vlak. De student kende haar tegenspeler persoonlijk en haalde er persoonlijke zaken bij, dit mag natuurlijk niet gebeuren in een debat. Dit kan voorkomen worden door weer van te voren duidelijke regels door te nemen met de leerlingen. Zij moeten bij de desbetreffende stelling blijven en de voorzitter moet ingrijpen wanneer men toch afdwaalt. Dit afdwalen van de stelling kan ook voorkomen worden door de stelling tijdens het debat op bijvoorbeeld een dia te projecteren, zoals het geval bij het debat op de Groningse Universiteit.

Stelling: Computergames waar je niets van leert moeten worden afgeschaft.

Deze stelling kwam ik tegen op het internet (debatinstituut.nl). Het deed me denken aan een verjaardag waar ik afgelopen zomer was. Op de verjaardag hoorde ik twee vrouwen een discussie voeren over de computergames van hun kinderen, een van de vrouwen zei: “Als mijn zoon dan zoveel “gamed”, wil ik op z’n minst dat hij iets van leert van die game!”
Ik heb er over na zitten te denken en ik ben het oneens met de stelling dat computergames waar je niets van leert afgeschaft moeten worden. Computergames zijn er namelijk niet alleen om wat van te leren naar mijn mening, voorop staat dat je lol moet beleven aan de game, of je er nu wat van leert of niet. Ik vraag me ook af: Waarom zou je iets moéten leren van een game? Wie bepaalt dat? Het is een vrijetijdsbesteding, een uitlaatklep of ontspanning voor mensen. Bovendien leer je bij andere vrijetijdsbestedingen ook niet altijd iets, denk bijvoorbeeld aan hardlopen of voor de kinderen onder ons: hinkelen. En nu hebben we het over computergames, maar dan zouden dus ook films afgeschaft moeten worden waar je niets van leert?
Bovendien zijn er ook games die een educatief doel dienen. Sommigen hiervan worden al in het onderwijs ingezet. Als ouder zou je dus ook games voor je kinderen kunnen kopen waar een educatief doel mee gemoeid is.
Maar het is moeilijk vast te stellen van welke game je kind wat precies leert. Zo zal het dan ook heel lastig worden om te bepalen welke computergames er afgeschaft moeten worden. Daarbij zullen sommigen argumenteren dat er van iedere game wel iets te leren valt, anderen staan daar weer lijnrecht tegenover. Zelf denk ik dat je onbewust van iedere game wel iets leert, net zoals van films, puzzelen, tuinieren en andere vrijetijdsbestedingen. Denk bij leren ook niet alleen aan rekenen of taal, maar ook aan fysieke vaardigheden als hand en oog coördinatie of reactiesnelheid.